Carlo Beenakker krijgt Physica-prijs 2003
The following article in Dutch appeared in the Nederlands Tijdschrift voor Natuurkunde, april 2003, page 117.
Hoe groot is de Carlo-factor eigenlijk? Die vraag begon bij me op te komen toen de Lorentz gasthoogleraar Bertrand Halperin van Harvard zich destijds liet ontvallen ``bij Carlo gaat alles twee keer sneller''. Op het moment dat hij die opmerking maakte, snelde Carlo Beenakker (42) door de lange gang van het natuurkunde gebouw in Leiden. Maar ongetwijfeld had hij ook in gedachten dat de Carlo-factor - output, snelheid en gedrevenheid van Carlo Beenakker, in vergelijking met die van zijn collega's - een begrip is dat niet alleen de harde cijfers van een beta evaluatie kan samenvatten (citatie scores, aantallen publicaties, promovendi, prijzen), maar ook de menselijke kant van een persoon.
Beenakker promoveerde in twee jaar als 24-jarige bij Peter Mazur in Leiden op een proefschrift over de hydrodynamische interacties van deeltjes in suspensie. Na een verblijf als postdoc in de Verenigde Staten trad hij in dienst van het Philips Natlab. Al gauw groeide hij uit tot een van de grondleggers van het gebied van de mesoscopische fysica: in 1993 werd hem samen met Bart van Wees en Henk van Houten de Koninklijke/Shell prijs toegekend voor de ontdekking en verklaring van quantum effecten bij puntcontacten. Hun artikel over dit onderwerp is nog steeds een absolute citatie topper. Sedert zijn aanstelling als hoogleraar in Leiden in 1992 bouwde Beenakker al snel een grote theoretische groep op, die wereldfaam heeft op het gebied van transport in wanordelijke materialen. Een van de grote bijdragen van zijn groep is de toepassing van de de toevalsmatrixtheorie op een veelheid van problemen, niet alleen op het quantum transport in mesoscopische systemen, maar ook op ``random lasers'' of seismische golven. Dat bij dit werk de promovendi en postdocs nauw betrokken worden, en dat ze intensief begeleid worden (een promotie in drie jaar is eerder regel dan uitzondering) blijkt wel uit de eerste reaktie van een van zijn postdocs bij de toekenning van de Spinoza prijs: ``ik ben blij dat ze expliciet noemen dat Carlo juist ook als groepsleider zo bijzonder is''.
Hoewel de twee qua levensstijl, achtergrond en priveleven totaal verschillen, doet de gedrevenheid en de drang van Carlo Beenakker om nieuwe onconventionele onderwerpen te exploreren en met een combinatie van speelsheid en acteertalent over het voetlicht te brengen, me soms denken aan die van Richard Feynman. Zou Feynman niet ook net zo goed als Beenakker uit hebben kunnen groeien tot de nationale Star Trek expert, en zou hij niet ook evenveel plezier hebben kunnen beleven aan het geven van lezingen over de natuurkunde van Star Trek? Zou hij niet ook de graag geziene gast (en winnaar) van de nationale wetenschapsquiz hebben willen zijn? En zou hij niet ook op open dagen van de natuurkunde te verleiden zijn geweest om in toga en met baret op als ``vraag-maar-raak-professor'' zijn showmanship ten beste te geven door serieus in te gaan op alle vragen die reiken van cosmologie en de fysica van de wereld om ons heen, tot de vragen des levens zoals liefde en religie? Als Feynman het internet had meegemaakt, zou dan misschien de theorie groep van Caltech ook van meet af aan net zo'n sublieme website hebben gehad als het ``Instituut-Lorentz'', de theorie groep van de Leidse natuurkunde http://www.lorentz.leidenuniv.nl, waarop onder meer de door Beenakker samengestelde oudste citatie index, zijn wetenschappelijke stamboom en een heel scala van door hem zelf uitgezochte historische onderwerpen te vinden zijn? Wie niet de gelegenheid heeft om naar de Physica lezing van Beenakker op de NNV dag te gaan, nodig ik daarom uit om naar de bovengenoemde website te surfen!
Wim van Saarloos
Maart 2003
[Pattern formation] [Wim van Saarloos] [Instituut-Lorentz]